
BEKEERING VAN K. VAN GENNE
Dit gaf mij voor die oogenblikken dan weer hoop, zoolang als die werkzaamheden levendlg waren; maar hield dat op, dan hield mijn hoop ook op. Meestal was ik bevreesd dat 't alles maar louter inbeeldingen bij mij waren en dat 't maar in het hoofd zat, zoodat ik wel met mijn hand op mijn hart gevoe ...

BEKEERING VAN K. VAN GENNE
Ik moest deze voor mij zoo aanbiddelijke weg passeeren, want God had over mij, onwaardige, een ongedacht goed uitgedacht en het heeft Hem behaagd Zijn geliefden Zoon in mij, nietigen sterveling, te openbaren. Ik moest toen kort na de loting naar mijn garnizoen, waar ik voor de dienst werd ingedee ...

BEKEERING VAN K. VAN GENNE
Het is de Heere, die mij, naar mijn beste weten, heeft opgewekt om de leidingen Gods met mij, onwaardige, mee te deelen, zonder daarmede voor te hebben, dat hetzelve ter druk zou worden gebracht, wenschende alleen Gods eer en 's menschen zaligheid. Had het dit ten gevolge, dan zou het mij tot gro ...

BEKEERING VAN K. VAN GENNE
Ik was toen op een vroom gezelschap, waar ik met zooveel kracht en nadruk deze woorden op mijn hart kreeg : „Hoe lieflijk zijn op de bergen de voeten desgenen, die goede boodschap brengt, die vrede doet hooren, die tot Zion zegt, uw God is Koning", Jesaja 52 vers 7.
Ik was hieronder vol van d ...

BEKEERING VAN K. VAN GENNE
Ik was voor velen een gehaat voorwerp om des Heeren wil, maar de dienstknecht moet niet meer zijn als zijn heer. Indien dit aan het groene hout geschiedt, wat zal dan aan het dorre geschieden ? Maar de Heere wist, waar ik woonde, namelijk waar de troon des satans was. Hij had Zijn oog op mij geve ...

BEKEERING VAN K. VAN GENNE
10) Ik ging mijn weg dan maar gemoedigd voort en mocht mij in nederigheid des harten in mijn God verblijden. Maar ik dacht gedurig toeter te worden, als ik van boven iets mocht ontvangen, waarin ik door en met mijzelven bedrogen werd. Hoe hartelijk ik het ook begeerde, dat ik toch meer tot eer va ...

BEKEERING VAN K. VAN GENNE
BEKEERING VAN K. VAN GENNE
Ik was toen en lang na deze dronken van de vettigheid van Gods huis en ging mijn weg als de kamerling met groote blijdschap des gemoeds. Het leven was mij Christus en het sterven mij gewin. Ja, ik trof overal den Heere in aan ; 't zij dat ik at of dronk of iets ande ...

BEKEERING VAN K. VAN GENNE
Mijn weg was voor het uitwendige, zooals iedereen wel denken kan, moeilijk. Ik leefde dagelijks onder een menigte goddelooze menschen, waaronder ik dikwerf zat te zuchten, hoewel ik menigmaal zeggen moest, dat zij, hoe gruwelijk zij ook waren, nog zoo slecht niet waren als ik voor het alziend oog ...

BEKEERING VAN K. VAN GENNE
De vrienden van God werden mij hoe langer hoe dierbaarder, ja, als ik hun woningen aanzag, was het alsof Gods heerlijkheid daarvan afstraalde. Ik moest met Buth zeggen : „Dat volk is mijn volk", hoewel ik „hun God is mijn God" niet durfde zeggen, terwijl er toch een nauw verband tusschen beide is ...

BEKEERING VAN K. VAN GENNE
Ja, gel. vriend, die gepastheid, die ik menigmaal in Hem zag, is mij niet mogelijk te melden. Het maakte mijn genegenheden gaande en deed mij gedurig in hartelijke zuchtingen en gebeden tot Hem de toevlucht nemen. Es droeg mij zoo, walgelijk en onrein, aan Hem op, op vrijheid van Zijn eigen toeze ...